loader image

Ik heb er tegenop gezien om deze ademsessie met ijsbad te gaan doen, maar ik weet dat het de bedoeling is en dat het me iets goeds gaat brengen. Naar dat goede ben ik nieuwsgierig, maar ik verheug me zeker niet.
‘Welkom allemaal’ zegt ze net iets te vrolijk en enthousiast.
Mijn lichaam voelt zwaar, ik ben een beetje misselijk en vooral heel erg moe. Een gigantische koortslip heeft zich in vol ornaat op mijn bovenlip gevestigd.
‘Als je wilt liggen, doe dat vooral’ nodigt ze de groep uit.
Vol dankbaarheid neem ik de uitnodiging van haar en mijn eigen lichaam aan. Wat heb ik behoefte om gedragen te worden door de zachte bosgrond onder me. Ik luister naar het zachte ruisen van de wind door de bladeren en de geluiden van de ecstatic dance verderop op het festivalterrein. Vol overgave laat ik de zon die door de takken schijnt mijn gezicht verwarmen. Ik nestel me onder mijn zachtroze wollen deken en vind een klein beetje meer comfort in mijn eigen cocon.
De uitleg over de voordelen van ademwerk en de techniek dwarrelt langs me heen.
Ik verwacht niet zoveel van dit gedeelte van de workshop en laat het over me heen komen.
‘En onthoud goed, deze oefening doen we altijd…?’
‘liggend’ antwoord de groep gedwee.
Met volle teugen ademen we in en laten steeds een klein beetje lucht ontsnappen. Ik neem waar hoe het ritme van mijn ene buurman vertraagt en de man aan de andere kant bijna hyperventileert. Een vrouw verderop in de cirkel begint te snikken.
Ik voel vooral na elke ademronde, wanneer ik diep heb uitgeademd en een tijdje zonder ademprikkel lig, een weldadige rust en tinteling die door mijn lichaam trekt.
De stilte in mijn hoofd wordt steeds luidruchtiger en na de laatste ademronde merk ik de grote grijns op mijn gezicht op.
Een leegte van niks, een ruimte van alles.
Ik mijmer in een gelukzalig gevoel zonder gedachten en opeens zie ik de geboorte van een kind.
Het kindje zakt door mijn innerlijke ruimte en ik ontvang het met mijn eigen warme handen.
He? Wie is dit? Vraag ik me af en in hetzelfde moment realiseer ik me dat ik het zelf ben die mijzelf ontvangt.
Een rebirth.
Een hergeboorte, een zachte liefdevolle warme landing en ontvangst.
Ik draag mijzelf op mijn borst en wieg mij zachtjes heen en weer.
Verwelkom mij.
Dan voed ik mij met mijn eigen liefdevolle licht dat uit mijn hart- en borstvoeding stroomt.
Ik adem diep in en uit met mij en vol van mij.
Ik omarm mij.
Een zachte liefdevolle landing, een warm ontvangst.
Ik laat de warmte door me heen stromen en mij van binnenuit verwarmen, een traan van blijdschap en liefde balanceert op mijn ooglid.
‘Welkom terug allemaal, onderbreekt ze de kalmte. Wie wil er iets delen over zijn of haar ervaring?’
Ik heb niet zoveel zin in andere mensen merk ik, het kan mij eigenlijk niet boeien wat andere mensen hebben gedaan of ervaren en ik luister niet echt. Een nieuwe gewaarwording an sich.
‘Oké, Ik kan nog van alles vertellen over de voordelen van een ijsbad, maar ik voel dat jullie er klaar voor zijn’ lacht ze na de korte sharing.
Hier heb ik op gewacht. Nu gaat het echte werk beginnen. Mijn dochters en man zijn aan komen lopen en ik had even gehoopt dat ze niet zouden komen kijken. Dat ik dit alleen en stiekem kon ondergaan.
Met gesloten ogen, mijn lijf in de zon en met de gedachte aan de hergeboorte die ik net ervaren heb breng ik mijn lichaam en geest weer tot rust wanneer we met de groep voor het ijsbad staan. Zo in deze kalmte ervaar ik dat ik het aan kan om de kou in te gaan, mijn hartslag is rustig en ik voel me zelfverzekerd. Ik ben aan de beurt en ik neem een stap richting het bad, maar dan houdt ze me tegen.
‘Eerst gaan we ons innerlijk vuur opstoken’, legt ze uit. In een halve squat bewegen we de energie van links naar rechts, bewegen onze romp en armen om de innerlijke warmte te verspreiden.
‘Hu, Ha, Hu, Ha, Hu, Ha’ kinkt het over het ijskoude water en het warmere meertje erachter heen. Het wekt de aandacht van een geluidsman met opnameapparatuur en hij geeft met een gebaar aan dat hij dit geluid wil vastleggen. Net wat enthousiaster en luidruchtiger gaan we nog wat langer door.
‘Hu, Ha, Hu, Ha, Hu, Ha, Hu, Ha’.
Er staan nu heel veel mensen om ons heen te kijken.
‘Hu, Ha, Hu, Ha, Hu, Ha’.
Mijn hartslag is verhoogd, mijn adem zit hoger dan net, ik voel dat mijn adrenaline is gestegen en dat ik nu in een heel andere staat het bad in ga stappen.
Mijn weerstand wordt groter en heel even schiet er paniek door me heen dat ik in deze staat niet zal kunnen ontspannen, maar ik heb de stap al gezet en gevoelsmatig kan ik niet meer terug.
In het koude voetenbadje voor het bad denk ik dat ik het toch wel ga aankunnen, maar wanneer mijn benen het ijswater raken en de kilte me omhult schrik ik van het geweld dat de kou op me uitwerkt. Het lijkt of ik niet kan ademen, mijn borstkas voelt samengeperst door het ijs en de combinatie van de te hoge adem en de kou doet pijn aan mijn longen.
Ik wil hier niet zijn en ik wil het kunnen.
Kort stotend adem ik in, hyperventilatie nabij.
Ik sluit mijn ogen en focus op het kalmeren van mijn ademhaling en binnenwereld. Omdat het een grote groep is, zitten ik samen met een andere vrouw in het bad en zit ik oncomfortabel op mijn hurken. Ik kan de onstpanning in mijn lijf niet echt vinden en blijf wat hangen op de rand, mijn hand rust op de hand van mijn ijsgenoot, maar ik ben zo druk met het loslaten van de spanning dat ik me niet meer verroer. Ik ben tot aan mijn borst in het water gezakt en moet er niet aan denken om lager te zakken waardoor ik onder de ijsvlakte een nieuwe weg zou moeten vinden tussen de benen van de vrouw naast me.
Ik kan dit.
Ik ontspan mijn voorhoofd, mijn kaken, mijn buik.
De kou verslindt me.
Adem diep uit.
Rustig weer in.
Ik ga dood.
Ik kan dit.
Ontspan dieper en dieper.
Ik open mijn ogen en kijk in de heldere ogen van mijn dochter.
Ik lach.
Ik kan dit.
‘Nog vijf ademhalingen in het bad’.  

Nog vijf, vier, drie, twee, één.
Vol opluchting stap ik uit het bad en zie dat mijn huid knalrood is. Het viel me tegen en het viel me mee tegelijk. De kou voel ik niet meer.
‘Nu kun je zeggen dat je driekwart, tot aan je borst, in een ijsbad bent geweest’ zegt mijn man lachend.
De kou spiest door mijn hart.
Ik weet dat het een grapje is en dat we dit soort grapjes altijd maken, maar het voelt als een kil ontvangst. Alsof ik een teleurstelling ben, het nét niet goed genoeg heb gedaan.
Ik word kwaad en verdrietig tegelijk.
‘Zullen we gaan eten, ik heb trek’, zegt mijn man onbewust van de schade die hij in mijn binnenste heeft aangericht. Kwaad kijk ik hem aan en loop van hem weg.
Op een bankje in de zon verwarm ik mijn huid en laat ik de tranen stromen. Ik vraag de zon om het antwoord en opeens snap ik wat er gebeurd is.
Mijn echte geboorte op aarde speelde zich uit in het ijsbad.
Een uitvergroting van hoe ik ontvangen werd, een kil ontvangst. De kou, de pijn aan mijn longen, de moeite om te ademen. De vele mensen die er waren en die niks deden, maar toekeken, een lijf waar je (nog) geen kant mee op kan. Vechten en freezen tegelijk.
Een kil ontvangst, geen warme handen en zachte woorden, maar een test die je hebt doorstaan en die je net aan goed hebt afgelegd. Het eenzame gevoel naderhand, verloren.
Geboortetrauma.
 

Mijn geboortetrauma is al in vele lagen, meditaties, herinneringen, regressies voorbij gekomen en nu is ze er weer. Geopenbaard om mee te werken, om te omarmen, te integreren, los te laten wat mij niet meer dient. Ik voel me ellendig de rest van de dag, wat moet ik hiermee? Ik ken het geboortetrauma nu wel, ik werk ermee in mijn sessies en nu is ze er weer.
Wat kan ik met deze informatie, hoe kan ik het verwerken, hoe kan ik het geboortetrauma verwerken? Ik ervaar dat alleen de bewustwording niet genoeg is, maar wat dan wel?
Het antwoord komt niet in mijn gedachten, maar mijn lichaam reageert des te meer. Dagen loop ik rond met hoofdpijn, een stijve en pijnlijk vastzittende nek en misselijkheid.
Na een aantal dagen voel ik me zo slecht dat ik van ellende voorovergebogen op de burgelijke blauwe kampeerstoel ga zitten, ineengedoken met mijn buik op mijn bovenbenen, mijn armen slungelend naar beneden.
Ik hoor de vogeltjes in de bomen en het ruisen van de rivier op de achtergrond. De natte bosgrond dringt diep in mijn neus binnen en ik raak de zwarte grond met mijn vingertoppen aan.
Ik schud mijn hoofd voor wat verlichting en dan komt het; diep, diep verdriet, vanuit mijn binnenste. Een diep weggestopt wanhopig verdriet dat zich vast had gezet in mijn lichaam. Het spoelt over me heen en vloeit van me weg.
Het geeft verlichting en opluchting. Ik schud mijn nek opnieuw en een nieuwe golf tranen dient zich aan. En opnieuw, en opnieuw.
Ik gebruik mijn stem om de pijn te bevrijden en begeleiden, weg uit mijn systeem. Een oergeluid, laag grommend als een oneindige kreun. Ik realiseer me dat ik in een foetushouding zit.
Mijn lichaam laat los, koorts vlamt op en een donkere nacht van woelen, zweten en rillen volgt. Ik probeer me te verwarmen met dekens, maar weet dat het verwarmen van binnenuit mag komen.
Mijn lichaam laat los. En ik vul de gaatjes met mijn licht. Met dankbaarheid, met kleur, met compassie.
Wow. Het lichaam weet precies wat het moet doen om heelheid te herinneren. 

en_USEnglish